Skip to main content

PERSBERICHT: Turnhout zoekt ontwerpteam voor een nieuw sportcomplex. Klaslokalen voor Sport- en Handelsschool worden geïntegreerd

In het bestuursakkoord kondigde het Turnhoutse stadsbestuur al bouwplannen aan voor een nieuw sportcomplex, nu wil het die plannen ook waarmaken en gaat het op zoek naar een ontwerpteam. Het nieuwe sportcomplex moet veel méér worden dan een modernere reproductie van de huidige sporthal.


Waarom een nieuw sportcomplex?

‘De huidige sporthal bestaat al 50 jaar en is sowieso toe aan vervanging of minstens een heel grondige renovatie’, legt schepen van Facility Management Francis Stijnen uit. ‘We hebben onderzocht wat onze opties zijn, en het is evident dat we daarbij zowel renovatie als nieuwbouw onder de loep hebben genomen. Het bestaande gebouw renoveren zou zeer veel kosten met zich meebrengen zonder dat het project daarmee zou zijn voltooid. Om te voldoen aan de nieuwe vereisten die we vooropstellen, zou er in elk geval ook nog een uitbreiding nodig zijn. We kiezen daarom resoluut voor een heel nieuw complex en voorzien een budget van 12 miljoen euro. Ons financieel beleid is gezond, we hebben die ruimte. En door het bouwdossier van de sporthal te koppelen aan een bouwdossier van de Sport- en Handelsschool, kunnen we bovendien sterke subsidieaanvragen indienen bij Sport Vlaanderen en Agion.’

‘Die koppeling van twee dossiers heeft nog voordelen’, vult schepen van Onderwijs Marc Boogers aan. ‘We lossen zo tegelijkertijd twee ongewenste situaties op die altijd al bedoeld waren als tijdelijke oplossingen. Enerzijds is er het gegeven dat zowel de Sport- en Handelsschool als de Stedelijke Basisschool voor een deel van hun sportactiviteiten moeten uitwijken naar andere locaties, zelfs naar naburige gemeenten. Zij maken ook wel frequent en intensief gebruik van de sporthal, maar daar botsen ze op de beperkingen van het huidige gebouw: de capaciteit is ontoereikend. Anderzijds zijn verschillende klassen van de stedelijke Sport- en Handelsschool al vele jaren lang ondergebracht in containers. Daarom geven we het ontwerpteam een extra uitdaging mee: ontwerp een sportcomplex mét klaslokalen.’

‘De beperkte capaciteit van de sporthal stelt ook sportverenigingen voor een probleem’, zegt schepen van Sport Jan Van Otten. ‘Van hen krijgen we veelvuldig de vraag om de sporthal ’s avonds en tijdens het weekend te mogen gebruiken. Daar zouden we graag op ingaan, maar de sporthal is gewoon veel te klein. Het ontwerpteam moet daarom voor ons een voorstel uitwerken met twee grote sporthallen, een klimmuur, een polyvalente zaal en een zaal voor verdedigings- en vechtsporten. Om een idee te geven: de totale oppervlakte zal ongeveer overeenkomen met het formaat van een voetbalveld.’

‘Met grote overtuiging en het nodige realisme wil ik daar nog aan toevoegen dat naast formaat en multifunctionaliteit ook duurzaamheid is opgenomen als bindende doelstelling in het ontwerp’, voegt schepen van Duurzaamheid Astrid Wittebolle toe. ‘We zijn immers erg ambitieus op dat gebied en maken er een erezaak van om de principes van circulair bouwen te implementeren. Als we dus een nieuw sportcomplex bouwen, dan streven we ernaar om dat te doen zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, zonder de leefomgeving te vervuilen en zonder ecosystemen aan te tasten.’


Locatie van het nieuwe sportcomplex met klaslokalen

Voor de bouw van een nieuwe sporthal werden twaalf potentiële locaties nader bekeken. Door echter het bouwdossier van sportfaciliteiten te koppelen aan het bouwdossier van bijkomende schoolinfrastructuur, komen twee medebepalende factoren op het voorplan: enerzijds is het louter praktisch dat de nieuwbouw wordt gebouwd in de onmiddellijke omgeving van de scholen, anderzijds riskeert het stadsbestuur subsidies voor de nieuwbouw mis te lopen als de stedelijke scholen te veel vierkante meters sportruimte innemen; vanaf de subsidieaanvraag mogen de scholen daarom de oude sporthal niet meer gebruiken. De westzijde van het Stadspark, een van de onderzochte locaties, dringt zich op als de meest logische keuze. In dat parkgedeelte zijn bovendien ook nu al verschillende sportinfrastructuren aanwezig. Het stadsbestuur wil alle sportbebouwingen groeperen in het park door het nieuwe sportcomplex met klaslokalen in datzelfde gebied te integreren. Niet alleen wordt de westkant van het park dan een logisch ingedeeld geheel met een duidelijke functie, tegelijk kan aan de overkant, waar de oude sporthal wordt afgebroken, de oorspronkelijke groenfunctie van het park in ere worden hersteld met nieuwe aanplantingen. Ook die zijde van het park krijgt zo een duidelijk en homogeen karakter, terwijl de totale groenbalans behouden blijft.

De verhuizing van het sportcomplex naar de andere zijde van het park heeft nog meer voordelen, zo kunnen sporters hun sport blijven beoefenen in het huidige gebouw totdat het nieuwe complex is voltooid. Bovendien is er veel parkeergelegenheid in de onmiddellijke nabijheid en moet er maar beperkt worden geïnvesteerd in bijkomende parkeerplaatsen. Sporters kunnen hun auto nu al parkeren op de parkings van de scholen, op parking Stadspark aan de overkant van de ring en op de ventweg naast de ring.

Toch benadrukt het stadsbestuur dat geen enkele keuze al definitief is. Het ontwerpteam moet eerst concrete voorstellen voorleggen, vervolgens zal de impact van elk voorstel worden onderzocht. Pas als de voor- en nadelen zijn afgewogen, hakt het schepencollege de knoop door.